De Hongersnood van kleine Folkert

    Folkert, waarom eet je niets? Aan haar stem was duidelijk te horen dat ze aangebrand was en de sfeer was om te snijden. Je had net nog honger als een paard en nu houd je steevast je kaken op elkaar. Zijn blik sprak boekdelen, hij vond het duidelijk een vruchteloze opmerking en hij keek verwalgt naar zijn bord. Hij bewees de tafel graag de nodige eer, maar was dit wel eetbaar? Zijn moeder leek de bonen erg te waarderen, maar hijzelf vond het niet veel soeps. Honger maakt zelfs rauwe bonen zoet, voegde ze abrupt toe. Ook deze opmerking kwam als gebakken lucht bij hem. Ze legde haar mes en vork neer en keek hem streng aan, wierp een alleszeggende blik naar de deur en ging verder met eten. Het zojuist neergelegde mes leek op zijn keel gezet. Hij keek naar zijn bord, het was echt niet te pruimen. Hij was de kluts kwijt en koos uit opstandigheid eieren voor zijn geld en liep geïrriteerd de kamer uit.

    Hij had er buikpijn van. Zowel van de reactie van zijn moeder als van zijn honger. De gebraden eenden vlogen hem niet bepaald in de mond, al zou hij daar een moord voor doen. Hij legde zichzelf in bed en voelde zijn maag knorren. Ineens kwam een smakeloze wijsheid van zijn moeder in gedachten: honger is de beste kok. Misschien is dat waar, maar zijn moeder overstijgt die regel met volle glorie. Er mag hem het een en ander met de paplepel ingegoten zijn, maar kan wél het kaf van het koren scheiden.

    Als een kip zonder kop ijsbeerde hij door zijn kamer, in de hoop te kunnen bedenken waar hij voedsel zou kunnen vinden. Zijn lunchpakketje! Hij stormde op zijn schooltas af en pakte zijn trommeltje, hij zou geen goede dam leggen, maar beter iets dan niets. Het was te licht om meer te bevatten dan lucht en kruimels. Er was geen speld tussen te krijgen, er had salami op zijn brood gezeten en dat lust hij niet. Vanzelfsprekend had hij het in de struiken doen belanden! Toch staarde hij met heimwee naar de laatste overblijfsels van wat nu nog alleen een herinnering was. Zijn maag schreeuwde om de kruimels, die hij als schrale troost in zijn holle kies stopte.

    Hij kon ook de rollen omdraaien: een machtsspelletje met zijn moeder, daar lustte hij wel pap van. Hij hield doorgaans graag de aap in de mouw, dus een spelletje om bestwil, wat is daartegen? Hij ging op zijn zij liggen en kreunde subtiel. Zijn moeder liep over de gang en ze klaagde: Hij moet zijn eigen boontjes doppen als hij iets niet lust. Hij moest duidelijk harder kreunen want zijn spraakwaterval blèrde dwars door zijn gekreun heen. Het had geen effect en hij besloot naar zijn moeder toe te gaan, wel over een paar uur, anders zou hij er nog niets van bakken.

    Mam, ik heb zo'n buikpijn. Ik heb zo'n honger, mam. Ze leek verre van onder de indruk, hij had langer moeten wachten. Ze wende haar hoofd af en kwam met de meest voorkomende zin in de geschiedenis van het opvoeden: kindertjes in Afrika, die hebben pas honger. Deze opmerking viel ook niet in de smaak, hij kreeg geen bloed voor het hart, maar de aanhouder wint. Hij liet zich op de grond vallen en hield zijn armen in zijn buik. Ze hebben vanmiddag mijn eten afgepakt, mam, ik heb helemaal niets gegeten, sprak hij kreunend en gewetenloos. Ze brak, de spijker op zijn kop. Ze keek hem troostend aan en sprak liefkozend: maar als je echt honger hebt, dan eet je die boontjes op.

    Hij weigerde door deze zure appel heen te bijten, maar inmiddels hoefde hij zijn buikpijn niet meer te spelen. Hij twijfelde, beter een half ei dan een lege dop. Hij moest het doen, hij wilde niet, maar dit was ook niet de bedoeling. Hij knikte en accepteerde zijn lot van vanavond. Hond in de pot!, sprak zijn broertje vol trots die net de laatste restjes uit de pan oplikte. Normaalgesproken maakte Folkert zijn broertje graag uit voor rotte vis om dit soort opmerkingen, maar nu was dit wil het laatste waar hij aan dacht. Ja, dan moet ik maar iets anders voor je maken, sprak zijn moeder vermoeid. Folkert hapte toe en liep achter zijn moeder aan.

    Het gespeelde hongerlijden werkte, dat moest hij onthouden. Voor later.

Laurens
11 maart 2003

<< Terug
Laatste Neologismen
Finansyrië
Andersoms
Ondernemingsradio
Empathéïst
Impulsaankoper

Laatste Columns
Wie schrijft, die blijft
Sterke mening over relativeren
Fijne foutjes

Laatste Gedichten
Digitaal socializen
Spreek me gerust aan
Teder
Mits ongedetermineerd, valt alle tekst op deze site onder mijn auteursrecht.