|
|
|
|
Open Brief aan een FakerBeste Coen,
Binnen internetcommunity’s als Gay.nl bevinden zich allerlei mensen die zich anders voordoen dan ze zijn. De één doet dat onopzettelijk en onbewust, de ander moedwillig. Met het schrijven van mijn scriptie heb ik inmiddels geleerd dat anonimiteit je voordelen geeft: ‘je anders voordoen’ is een hele natuurlijke neiging van de mens om je grenzen te weerleggen. Waarom zou iemand mensen op het verkeerde been zetten, zoals jij dat hebt gedaan? Jij hebt me aan mijn onbegrip herinnerd.
Ik geloof heel sterk dat mensen geloven wat ze willen geloven. Wantrouwen is daar onlosmakelijk op gebaseerd. Mensen op het internet kunnen zijn wie ze zeggen te zijn, of heel (iemand) anders. Ik kan naïef zijn en alles voor lief aannemen, of wantrouwend en nooit genoegen nemen met bewijsmateriaal dat je bent wie je zegt die je bent.
We verschilden vaak van mening en vonden elkaar verre van perfect. Maar ik wilde voor je openstaan en jij voor mij. Althans, dat dacht ik en deels wilde ik dat geloven. Ik wachtte twee uur op je op een guur Museumplein in februari. Een miscommunicatie, zei je, ’s avonds zou het goedkomen. Vier uur later stond ik voor de deur van een man die geen Coen kende. Alkmaar en Amsterdam liggen niet naast elkaar.
Maanden later heb je uitvoerig je excuses aangeboden. Je verklaarde je gedrag aan de hand van diepe irritatie om de homowereld, en je concentreerde die irritatie op mij. Onterecht, sprak je reflecterend. Je had je in me vergist, je vond me integer. Ik nam geen genoegen met je woorden van excuses, maar besefte dat ik je ook weinig ruimte gaf meer te kunnen doen. Ik liet me van mijn meest goedgelovige kant zien en besloot me minder terughoudend op te stellen.
De derde keer stond ik wederom voor niets op je te wachten. Weer was je telefonisch niet bereikbaar vanaf het moment dat je er zou zijn. Het Koningsplein stond blank met plassen water en het miezerde troosteloos. Een naderende automobilist moet hebben geweten me te kunnen doorweken en reed versnellend de diepe regenplas leeg op mijn spijkerbroek.
Thuisgekomen stond je online en je had me een e-mail gestuurd. Een e-mail vol uitvoerige tips om te verifiëren of iemand een faker is. Het liet me koud. Jij liet me koud. Ik was diep beledigd. Gedurende de treinreis heb ik mijn best gedaan er iets positiefs uit te halen, het enige dat ik bereikt heb is dat ik je kon loslaten. Goddank.
Dat ik je mijn tijd heb gegeven is mijn keuze geweest. Dat ik je wilde geloven net zo goed. Maar wat ik er van geleerd heb? Misschien geloof je dat je een nobel streven hebt; mensen bewust maken van de gevaren van internetdating. Mocht je een dergelijk doel willen bereiken of een vorm van zelfvermaak hebben gerealiseerd, dan hoop ik dat je in de toekomst een manier vindt om anderen daarbij niet te kwetsen.
Groet,
Laurens 26 juni 2007
<< Terug
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Laatste Columns Wie schrijft, die blijft Sterke mening over relativeren Fijne foutjes
|
|
|
|
|
|