Sterke mening over relativeren

De donderdagmiddagtrein. Vier leeftijdsgenoten zitten bij elkaar: "Michel heeft laatst een thuisbioscoop gekocht, met alleen een dvd-speler, niet eens BluRay ... echt dom." Hij krijgt bijval: "Ja, BluRay is echt vet. Waarom heeft die sukkel voor lame-ass dvd gekozen?" Een derde antwoordt: "Daar is hij de skraal voor." Het viertal knikt instemmend. Ze praten enthousiast over de scherpe beelden en de superieure geluiden van BluRay.

Hun gesprek gaat verder en ze vermaken elkaar met verhalen over dom gedrag van vrienden tijdens uitgaan, eenvoudig werk dat anderen deden en wat mensen om hen heen zoal fout doen. Verrassend genoeg lijkt het niet op klagen, de jongens hebben er zelfs grote lol om. Toch is bijna iedere zin doorspekt met veroordeling – zeker omdat ze zichzelf opvallend buiten schot laten.

Mijn hoofd raast: 'wat laag dat jullie anderen zo neerhalen en veroordelen' en 'leuk om anderen neer te drukken, hoor, ben je nu gelukkiger?' Ik reageer in stilte met vergelijkbare oordelen. Als ik me dat besef, glimlacht ik: ik ben geen haar beter.

Tegelijk ben ik jaloers op hun heftige meningen, want ik relativeer en nuanceer zelf alsof mijn leven er van afhangt. De vier oordelen zonder onderbouwing en iedereen krijgt er van langs: de staat, bedrijven, mensen in functie en zelfs hun eigen vrienden. En geen van de vier die het in perspectief zet, geen context wordt geschapen, geen relativering wordt benut: alles wat ze zeggen is niets minder dan absolute waarheid.

Ter afleiding sla ik een gratis krantje open en lees de professionele kritieken op economische en politieke ontwikkelingen. Ik blader door en kom uit bij de discussierubriek waar de lezers hun eigen steentje van kritiek bijdragen: “mensen moeten niet denken dat ...”, “mevrouw Barnsteen uit Ommen ziet het helemaal verkeerd” en “het is ronduit achterlijk geregeld bij ...”

Men corrigeert en veroordeelt elkaar bij het leven. Bedoelen ze het wereldverbeterend en/of neerbuigend en zelfverheerlijkend? Want als zoveel mensen (denken te) baten bij oordelen, ben ik benieuwd of ik dan kansen laat liggen.

Ik kijk over de rand van het krantje naar de jongens en hoor een kinderstemmetje in mijn hoofd: “wat je zegt ben je zelf”. Ik veroordeel hun veroordelingen. Mooi zo, hoef ik me niet druk te maken dat ik iets mis door geen uitgesproken mening te hebben. Heb ik alleen nog maar vrede te vinden met mijn sterke mening over het belang van relativeren.

Laurens
26 januari 2010

<< Terug
Laatste Neologismen
Finansyrië
Andersoms
Ondernemingsradio
Empathéïst
Impulsaankoper

Laatste Columns
Wie schrijft, die blijft
Sterke mening over relativeren
Fijne foutjes

Laatste Gedichten
Digitaal socializen
Spreek me gerust aan
Teder
Mits ongedetermineerd, valt alle tekst op deze site onder mijn auteursrecht.